APRA

Kapitein Westerling

Kapitein Westerling was tot commando opgeleid door het Engelse leger. Hij maakte in 1944 deel uit van de persoonlijke staf van Prins Bernhard. Wordt 11 september met parachute gedropt boven Medan voor de evacuatie van Nederlanders uit krijgsgevangenkampen. Zet daarna een inlichtingen-netwerk op voor het Engelse leger dat in Sumatra is geland.
w1
Op 5 december 1946 komt het Korps Speciale Troepen aan op Sulawesi. Westerling heeft daarvan het commando . De toestand voor de teruggekeerde Nederlandse koloniale politiek is op Sulawesi erg slecht. De Japanners hebben hun wapens overgedragen aan de Republiekijnen. De Speciale Troepen beginnen inlichtingen te verzamelen over de tegenstanders, Indonesiese nationalisten. Westerling wordt begeleidt door de Militaire Inlichtingen Dienst.

Westerling krijgt de bevoegdheid om te doden naar willekeur. Westerling wordt gedekt door de officier van Justitie. De Speciale Troepen moeten met een geheime operatie van grootschalige terreur het Nederlands koloniaal gezag herstellen. Er komen vele duizenden mensen om het leven, volgens Indonesiërs rond de veertigduizend.
Op 24 december wordt de Staat Oost Indonesia opgericht, waar Celebes deel van uit maakt. Deze Staat werkt samen met Nederlandse militairen.
In juli 1947 wordt in Nederland bekend wat voor bloedbad de Speciale troepen hebben aangericht. De regering in Nederland laat een onderzoek instellen.
Op 4 maart 1947 wordt Westerling overgeplaatst naar Jakarta. De Ronde tafel Conferentie tussen het koloniale Nederland en de Republiek Indonesia van Sukarno besluit dat de macht, en de wapens, in de hele kolonie (behalve Nieuw Guinea) worden overgedragen aan de Republiek van de Verenigde Staten van Indonesia. Dat is een tussen-oplossing. De Indonesiese republiekijnen willen iets anders, zij willen een eenheids- staat, met Sukarno als president. Sukarno heeft de steun van de o.a. de USA, Engeland en de Verenigde Naties.
De Nederlandse kolonialen willen toch proberen om de federale regeringen aan de macht te brengen maar dat kan niet openlijk.
Eind oktober 1948 neemt Westerling ontslag uit de militaire dienst. Hij richt zijn eigen leger op, de APRA. APRA is een afkorting van Angkatan Perang Ratu Adil, Strijdkrachten van de Vorst van het Recht. Hij werkt samen met ex-militairen van de KNIL, overlopers van de Koninklijke Landmacht en het Korps Speciale Troepen, de Veldpolitie, bedrijfspolitie, de KRIS (een Menadonese gevechtsgroep uit Sulawesi), en de Darul Islam, een grote Moslim-organisatie. De APRA, met Westerling als “Vorst van het Recht” die de Indonesiërs recht en orde belooft, wil vechten voor de federale politiek. Westerling zegt daarmee op te komen voor het recht op zelfbeschikking van de verschillende volkeren in Indonesie. De Republiek ziet het echter als een “verdeel en heers”-politiek.
Op 27 december 1949 proclameert de Koningin de onafhankelijkheid van Indonesia. Op 5 januari 1950 stelt Westerling een ultimatum aan de regering Sukarno. Op het ultimatum wordt niet gereageerd. In de nacht van 22 op 23 januari begint de poging tot staatsgreep van Westerling. De APRA wil een zending wapens, die door het Nederlandse leger aan het Indonesiese leger wordt overgedragen, onderscheppen. Vervolgens wil Westerling de regering Sukarno gevangen nemen. Maar het Nederlandse leger en het Indonesiese leger grijpen samen in. Het komplot mislukt. De Nederlandse marine laat Westerling naar Singapore ontsnappen met een Catalina vliegboot. Van daaruit vertrekt Westerling naar Nederland. Raymond Westerling is in Nederland niet vervolgd voor de oorlogsmisdaden in Zuid-Sulawesi en de poging tot staatsgreep.
Foto’ een vriend van opa de inmiddels ook overleden A.Nussy
Tekst bron W.IJzereef, 1984 De Bataafse Leeuw
Meer over Kapitein Westerling kap

Met een resoluut gebaar tilde Kapitein Raymond P.P. Westerling (‘de Turk’) het afgehakte hoofd van een bendeleider aan de haren uit de prullenbak naast zijn bureau, om een tegenstribbelende bendeleider te overtuigen dat hij beter kon meewerken. Een militair, die al langer in Medan op Sumatra was gelegerd, vertelde het gruwelijk verhaal alsof het gisteren was gebeurd. Maar Westerling was op 1 juli 1946 uit Medan vertrokken. Het leek ons, baroes (nieuwelingen), een sterk en ongelooflijk verhaal. Het verhaal was de kennismaking met de naam van kapitein Westerling. Voor zijn vertrek uit Medan had hij de leiding over het Detachement Speciale Troepen, een commando-eenheid voortgekomen uit de No 2 Dutch Troop. Na de capitulatie van Japan was Westerling op 14 september 1945 boven het vliegveld van Medan gedropt, met de opdracht om een militair politiekorps te organiseren uit Ambonezen, Menadonezen, Indische Nederlanders en voormalig krijgsgevangenen. Hij vormde een net van spionnen uit de Inlandse bevolking en bestreed in nachtelijk acties op weinig zachtzinnig wijze de verschillende bendes die verantwoordelijk waren voor moord en doodslag. Na 13 oktober 1945 stond zijn groep onder leiding van een Britse brigade die in Medan gearriveerd was. Hij bleef echter zelfstandige acties uitvoeren op basis van de informaties van zijn spionnen. Dat eigen oorlogje waardeerde het Britse leger niet. Hij nam ontslag uit het Britse leger en kwam in juli 1946 in Batavia (Jakarta) in dienst bij het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger). Daar werd hij commandant van het Depot Speciale Troepen, later Corps Speciale Troepen.

Wij stonden bij aankomst vrij neutraal en welwillend tegenover de bevolking. Over Indonesië wisten we vrijwel niets. Door de legerleiding was een boekje uitgereikt met summiere gegevens over Indonesië en wat Maleise woorden. Wat we zagen waren, vooral als ze jong waren, mooie, kleine gekleurde vriendelijke mensen. Soms, voor ons gevoel, ook wat onderdanig als nasleep van het koloniale tijdperk. Er deden meer sterke verhalen de ronde. Eén van onze vliegtuigen, een klein vliegtuigje dat verkenningen boven de demarcatielijn uitvoerde, was neergestort in het gebied van de Indonesische tegenstander. De piloot werd gevangen genomen, tentoongesteld en door de straten van dorpen gereden. Zijn geslachtsdelen werden afgesneden en hij werd onthoofd. Ook dat leek ons een sterk verhaal en niet vrij van propaganda. Toch kregen wij, mede daardoor, het beeld van een wrede tegenstander. Onder moeilijke omstandigheden en als je jong bent, ben je gemakkelijk te beïnvloeden.

w2

In begin 1947 kregen we rond Medan te maken met bestandsschendingen; overschrijdingen van de demarcatielijn door Indonesische strijdkrachten en/of bendes. Door de legerleiding werd dat bestreden door ook ons ‘s avonds op patrouille te sturen. De eerste keer waren we erg gespannen. Het gaf een gevoel van veiligheid als militairen van het KNIL aan de patrouille deelnamen. Dat waren ervaren en geharde militairen. We schrokken van hun manier van ondervraging van een Indonesiër, die ze niet vertrouwden. Omdat hij op hun vragen niet antwoordde gaven ze hem klappen en zetten hem tegen een wand en schoten er vlak langs. Veel meer gebeurde er niet, althans niet wat ik heb gezien.

Tegen kapitein Westerling waren er nog al wat beschuldigingen van oorlogsmisdaden. Onder zijn leiding werd het Korps Speciale Troepen op 5 december 1946 naar Zuid-Celebes (Suluwesi) gestuurd. We hoorden er weinig over. Kranten hadden we niet. Soms een radio, waarvan de zenders in handen waren van vooral Nederlanders. Daarin werd niets onwelgevalligs over de Nederlanders gezegd. Trouwens ook niet in Nederland, met uitzondering van sommige dagbladen waaronder het communistische De Waarheid. In Nederland kwamen berichten over duizenden doden van gewelddadige zuiveringen in Zuid-Celebes. Westerling werd er van beticht er een geheel eigen methodiek op na te houden met standrechtelijke executies en het platbranden van kampongs. In het omvangrijke ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog‘ schrijft historicus dr. Lou de Jong, dat Westerling persoonlijk velen heeft doodgeschoten. In enkele gevallen liet hij kampongbewoners twee aan twee worstelen, waarna de verliezer werd doodgeschoten. De berichten verbijsterden de toenmalige Nederlandse autoriteiten. Het Korps Speciale Troepen mocht daarna niet meer met een blanco volmacht optreden. Westerling werd voorgesteld als een roverhoofdman te midden van zijn eigen bende, die alleen naar zijn superieuren luisterde als het hem uitkwam. Door de militairen, die onder hem dienden, werd Westerling op handen gedragen. Zij gingen voor hem door het vuur. Westerling werd in begin 1946 voorgedragen voor de Bronzen Leeuw. Hij heeft hem nooit gekregen. De vraag was of Westerling
zelfstandig handelde, of dat hij handelde in opdracht van de legerleiding en met name van de legercommandant in Nederlands-Indië, generaal Spoor. Hoewel Spoor goed met Westerling op w3kon schieten ontsloeg hij hem in oktober/november 1948 toch uit het KNIL. In latere berichtgevingen worden allerlei redenen voor dit ontslag genoemd. Er zou teveel kritiek uit Nederland komen, die Spoor niet kon gebruiken. Een andere veronderstelling was, dat Spoor hem voor een eigen plannetje wilde gebruiken.

Spoor zou met de gedachte van een staatsgreep rondlopen. Ongetwijfeld zou er door de Nederlandse regering (en anderen) in dat geval een embargo op wapens worden ingesteld en zou dat problemen opleveren bij de bevoorrading. Maar ondenkbaar is niet, dat de overplaatsing van Kapitein Westerling naar Jakarta op 4 maart 1947 een onderdeel van dat plan vormde. In oktober/november 1948 nam Westerling bij het KNIL ontslag, of werd door Spoor gedwongen om ontslag te nemen en richtte een eigen leger op, de APRA (Angkaton Perang Ratu Adil, Strijdkrachten van de Vorst van het Recht). Tevens zette Westerling een transportonderneming op. Uit de gesprekken tussen Spoor en Westerling is bekend, dat Spoor wilde dat Westerling wapens op de internationale markt kocht en de zelfstandige transportonderneming stelde Westerling daartoe ook instaat. Volgens officiële berichten is het zeker dat Westerling werd ingeschakeld om in Singapore wapens te kopen. Met het eigen leger zou Westerling en Spoor, willen vechten voor een federale Indonesische staat. De gedachte van Spoor viel in goede aarde bij de legertop, militairen van het KNIL, het Korps Speciale Troepen en andere groepen; zelfs de Arul Islam, een grote Moslimorganisatie, was er voorstander van. Onder de internationale druk (Nederland was van Amerika afhankelijk door de hulp via het Marshallplan) leek een staatsgreep een hersenschim van een verbeten militair. Maar voor de militairen van het KNIL zou het een oplossing zijn. Het kwam er niet van: op 25 mei 1949 overleed generaal Spoor plotseling na een korte ziekte. Vijf dagen daarvoor had hij een etentje in Priok (bij Jakarta). Zijn naaste medewerkers zeiden er zeker van te zijn, dat hij vergiftigd was. Spoor werd opgevolgd door D. C. Buurman van Vreeden, die een veel minder hard beleid voerde dan Spoor.

Intussen hoorden wij niet veel over Westerling. Over politiek spraken we weinig. We leefden ons, onder het bestuurlijk politieke geweld dat over ons heen ging, simpele alledaagse leven. Stonden op wacht, liepen patrouille en

w4

verdedigden onze buitenpost als we werden aangevallen. Onderhielden de brencarriers waarvan reserveonderdelen schaars waren. Het was, afgezien van de gevaarlijke gebeurtenissen, geen beklagenswaardig bestaan. We woonden meestal in een huis van steen met een mandiehok (badkamer) nooit ver uit de buurt. Als er geen kamar kecil (toilet) was maakten we een latrine. Je graaft een rechthoekig gat in de grond, legt er in de lengte planken over en laat de middelste plank weg. Zet er een wand rond van atap (soort gevlochten riet), maak een afdak van roestige golfplaat en je hebt een gezellige plee als er twee of drie man gelijktijdig gebruik van maken. In Belawan, de haven van Medan, liep het de spuigaten uit. Daar werd het bataljon samengetrokken om per schip van de KPM (Koninklijke Parketvaart Maatschappij) overgeplaatst te worden naar Padang. Het hele Bataljon kreeg buikloop: het werd er te druk. Als de latrine vol was of teveel ging stinken groeven we een nieuwe. Vrije tijd brachten w5 we door met brieven schrijven, hardlopen, schaken, volleybal en badminton, als we een klein grasveld tot onze beschikking hadden en voetbal, als we een veld hadden dat groot genoeg was. Lagen we in een plaats met een voetbalveld, dan maakten we daar gebruik van. Niemand protesteerde: het had ook niet geholpen. De Indonesiërs in Perbaoengan kwamen kijken, totdat er een afspraak werd gemaakt om tegen een Indisch inlands elftal te spelen; dachten we. Er waren twee afspraken gemaakt, één met een Chinees en één met een Indisch elftal. Ons inzicht in politieke en economische verhoudingen tussen Chinezen en Inlandse mensen was niet groot. Het Chinees elftal arriveerde het eerst en we besloten tegen de Chinezen te voetballen. De Indische bevolking was woedend. Ze hebben het ons nooit vergeven. Het liefst speelden we tegen een legerelftal van kapiteins, luitenants, sergeants en korporaals. Je kon eens een duw uitdelen, zonder dat het meer kostte dan een vrije schop. In Boenoet liep ik een gescheurde meniscus (voetbalknie) op. Met voetbal was het afgelopen. Ik probeerde het nog wel eens, maar dat eindigde steevast met een drukverband om de knie. Waarom ik geen poging deed om te worden afgekeurd en eerder naar huis te kunnen, weet ik niet. Misschien om geen watje te lijken, die zijn maats in de steek laat.

We hoorden pas weer van Westerling in januari 1950 in Batavia (Jacarta) aan het einde van het Indisch avontuur na de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 aan Indonesië. Kapitein Westerling pleegde in Bandung met een groep militairen op 23 januari 1950 een staatsgreep tegen de Republiek van de Verenigde Staten van Indonesia, nadat hij op 5 januari 1950 een ultimatum aan de regering Sukarno had gesteld. In de nacht van 22 op 23 januari begon de coup. Westerling probeerde een zending wapens, die door het Nederlandse leger aan de Indonesische leger werd overgedragen te onderscheppen en wilde de regering Sukarno gevangen nemen. Westerling had de medewerking van oud KNIL-militairen gekregen door het voor te stellen, dat zijn eigen leger de APRA (Angkaton Perang Ratu Adil, Strijdkrachten van de Vorst van het Recht), de hoofdmacht van de staatsgreep zou vormen en dat de KNILers alleen op enkele strategische punten zouden worden ingezet. Een aantal honderden oud KNIL-militairen waren bereid mee te doen, omdat ze verwachtten dat hun positie binnen een eigen strijdmacht van de deelstaat West-Java daarmee verzekerd was. Westerling zei later, dat de bezetting van Bandung een demonstratie was en het niet de bedoeling was om Bandung blijvend te bezetten.

w6Tijdens de coup lagen we in Batavia in een kazerne in afwachting van een troepentransportschip dat ons naar Nederland zou brengen. Voor ons was een kazerne in een grote stad plezieriger dan een buitenpost in een kampong. Je kon ‘s avonds nog eens naar een ‘vreetchinees’ (soldatenjargon voor chinees/Indisch restaurant) op Pasar Baroe. We vroegen ons wel af wat die staatsgreep kon beteken voor onze repatriëring. Toch hadden we bewondering voor Westerling, omdat het hem gelukt was om met een betrekkelijk kleine groep mensen een grote stad als Bandung in te nemen. De rebellie werd snel onderdrukt. De architect van het plan (Spoor) was overleden en de uitvoerder (Westerling) bleek niet bekwaam genoeg. Over de achtergronden hoorden we niets. Er is te weinig onderzoek gedaan om daar helderheid over te krijgen. Ongetwijfeld speelden de gevoelens van de inlandse soldaten over de opheffing van de KNIL en hun onzekere toekomst mee. Zij verkeerden in het ongewisse wat er met hen zou gebeuren. De coup mislukte en Westerling ontsnapte met hulp en medeweten van de militaire legerleiding met een Catalina vliegboot van de Nederlandse marine naar Singapore. De KNIL-militairen, die aan de coup deel hadden genomen werden gearresteerd. Ze zaten hun straf uit in Irian Jaya. Op 25 januari 1950 werd door Indonesië voor Westerling een arrestatiebevel uitgevaardigd. Later werd om zijn uitlevering gevraagd. Jacob van der Gaag, consul-generaal in 1950/1951 in Singapore, zou de uitlevering van Westerling aan Indonesië hebben voorkomen. Een vreemd verhaal als je hoort, dat v.d. Gaag in 1951 als tijdelijk zaakgelastigde in Rangoon in opspraak kwam, omdat hij inlichtingenrapporten met Indonesiërs had uitgewisseld. De waarheid is niet boven water gekomen. Zoals in elke oorlog beschikken regering en legerleiding over dubbele agenda’s. Eén met wat ze in het openbaar kwijt willen en kunnen zeggen en een andere met wat ze in werkelijkheid doen. De hoofdpersonen zijn inmiddels erg oud of overleden. Westerling werd in 1954 vrijgesproken, wegens ‘onvoldoende aanwijzing van schuld’. De uitspraak was gebaseerd op een ‘noodrecht’ in een guerrillaoorlog ter bestrijden van de ontstane noodtoestand op Zuid-Celebes in een ontoegankelijk gebied.

Wij gingen naar huis. 2526 Nederlandse militairen bleven dood achter: begraven op erevelden in Indonesië. Elke dag lieten gemiddeld 2 á 3 Nederlandse militairen het leven.

Pas omstreeks 1965 ontmoette ik Westerling voor het eerst. Hij zat als badmeester op een verhoging in het Golfslagbad De Branding in Renkum gemeente Rheden, omringt door een aantal jonge mensen. Westerling voerde het woord en zijn toehoorders luisterden geïnteresseerd. Het was bekend dat Westerling door zijn plezierige omgang en zijn humor gemakkelijk vrienden maakte. Hij had een goede stem en als hem gevraagd werd om te zingen deed hij dat graag. Het beeld dat ik zag paste perfect bij dat imago. Ik heb hem niet gesproken. Westerling stierf in 1987.

Bron Piet Scheele  http://members.chello.nl/pscheele

Nog meer over Westerling via historischnieuwsblad