APRA

Molukse KNIL commando’s

Molukse KNIL commando (1945 -1950).

Ik gebruik ook duidelijk de woorden “mijn uitleg” over de gehele website van wansaoeboen.com , want het is dan ook niet allemaal historisch onderbouwd. De informatie komt van ouders familie en mensen die ik gesproken heb. Tevens wat feiten uit o.a. WikiPedia en Wikisage

Kijk vooral op de laatste updates klik hier

Zo werden onze ouders opgevangen, o.a in voormalige concentratiekampen van de duisters. Deze foto is gemaakt in openlucht museum te Arnhem.

Voorgeschiedenis

Ambon en de omliggende eilanden (de zuid Molukken) waren de eerste en grondigst door de Nederlanders gekoloniseerde gebieden van Oost-Indië. Ten gevolge van succesvolle missionering is tegenwoordig ongeveer de helft van de bevolking christelijk. Bij een deel van deze Molukkers was een carrière in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) populair. Het KNIL had Nederlandse officieren, maar voornamelijk inheemse onderofficieren en soldaten.

Molukse KNIL commando‘s

Ik gebruik het woord Commando zeer bewust de Molukse militairen waren een elitekorps van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en het meest gevreesd door het leger van Soekarno.

De Molukkers golden als betrouwbare, loyale soldaten. Molukkers vormden overigens maar een beperkt deel van het KNIL. De meerderheid van de manschappen van het KNIL waren Javaanse moslims. De Molukse eenheden werden in het front gebruikt, zij waren de vechters. De Javaanse moslims werden gebruikt als bezettingsleger in de gebieden die de Molukse eenheden waren veroverd.

Je had de “groene” baretten en de “rode” baretten “commando en para commando”. Deze eenheden bestonden vrijwel geheel uit Molukkers. Bij elke actie in de periode 1945 – 1950 waren zij die vooraan aan het front vochten.

De laatste politieke actie (APRA) onder leiding van Kapitein Raymond Westerling op 23 januari 1950 werd door een klein deel van deze Molukse Commando’s gedaan. Deze Molukse Commando’s veroverde samen met de Nederlandse militairen in korte tijd zeer veel grondgebied, maar moesten onder de internationale druk van met name Amerika stoppen met deze politieke actie. Deze speciale commando groep is de enige groep die niet per boot naar Nederland ging, maar rechtstreeks per vliegtuig. Mijn vader was er een van.

De belofte

Nederland zou als beloning de zuid Molukkers zelf bestuur geven na het heroveren van Indonesië. Na de onafhankelijkheid van Indonesië, die in 1950 die werd afgedwongen door de internationale druk werd het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) ontbonden. De inheemse ex-KNIL-militairen kregen de keuze om over te gaan naar het Indonesische leger of om als burger terug te keren naar hun geboortestreek.

Voor de Molukkers was dat een onmogelijke keuze. Zij hadden namelijk altijd aan de zijde van Nederland gevochten, waardoor het Indonesische leger feitelijk het leger van de voor­malige vijand was. Ze wilden graag terugkeren naar de Molukken, maar dat mocht niet van de Indonesische regering, omdat daar een onafhankelijkheidsstrijd woedde.

Er werd door Nederland een afspraak gemaakt met Indonesië daar Soekarno de zwaar bewapende Molukse KNIL militairen vreesde. Soekarno was bang dat deze Molukse KNIL militairen de Republiek der ZUID Molukken zou uitroepen. De afspraak hield in dat uiteindelijk 4.000 Molukse KNIL-militairen met hun gezinnen (12.500 personen) op dienstbevel van de Nederlandse regering in 1951 naar Nederland werden verscheept.

Ze kregen de belofte dat de Nederlandse regering alles in het werk zou stellen om hen te helpen om alsnog op de Molukken hun eigen staat te stichten. In Nederland werden ze in voormalige werkloosheids- en concentratiekampen ondergebracht. Daar kregen ze te horen dat ze uit het leger waren ontslagen. Vanwege hun stateloosheid en de tijdelijkheid van hun verblijf kregen ze geen toegang tot betaald werk of onderwijs. Per week ontvingen ze zo’n drie gulden om van rond te komen.