APRA

Speciale status Molukse graven.

Langverwachte erkenning KNIL-militairen: “Erkenning hoort ook vanuit de regering te komen”

Foto: Joyce Dijkstra

ELST – Op 22 juni kregen Molukse KNIL-militairen in Elst erkenning voor hun leed. De avond begon met een kerkdienst gevolgd door een stille tocht naar de laatste rustplaats van deze eerste generatie Molukkers. Burgemeester Patricia Hoytink Roubos bedankte de Molukse gemeenschap voor hun loyaliteit aan Nederland. Ze roept de regering op haar voorbeeld te volgen en recht te doen aan het onrecht uit het verleden.

Burgemeester erkent leed

In het Molukse wijkcentrum naast de kerk, hield burgemeester Hoytink-Roubos haar toespraak. Ze werd diep geraakt door het verhaal van de 84-jarige tante Lien, die eerder op de avond haar ervaringen deelde over haar aankomst in Nederland en het verlies van haar familie en thuisland. Hoytink-Roubos gaf erkenning aan het verhaal van tante Lien en die van de militairen. In de toespraak bedankte Hoytink-Roubos de gemeenschap voor hun loyaliteit en inzet.

“Met deze boodschap wil ik ook een signaal sturen naar Den Haag. Ik begrijp werkelijk niet waarom er nog geen officiële verklaring vanuit de Nederlandse overheid is gekomen. Ik doe dit als burgemeester, omdat het belangrijk is, maar dit hoort ook vanuit de Nederlandse staat te komen”, verkondigde ze zichtbaar geëmotioneerd.

Hans Ririhena, lid van de Molukse Wijkraad Elst, waardeert deze avond en zegt: “Het mooiste zou eigenlijk zijn geweest als onze ouders dit hebben mogen ervaren. Helaas is dit niet zo geweest, maar voor ons als nazaten is dit ook een stukje erkenning.”

Erkenning en eeuwigdurende grafrecht

De gemeente Overbetuwe heeft besloten om KNIL-militairen en hun vrouwen eeuwig grafrecht te verlenen. Eerder hebben andere gemeenten, waaronder Ede, Deventer, Apeldoorn, Epe , Voorst op de Veluwe, en Culemborg al erkenning getoond door ook eeuwigdurende grafrechten te waarborgen.

De bijeenkomst die in het teken staat van erkenning en herdenking vindt in Overbetuwe niet zonder reden plaats op 22 juni. 72 jaar geleden kwam op deze datum het laatste schip aan vanaf de Molukken.

Kerkdienst en stille tocht

“Iring dikau saja Tuhan. Ada damai Sepenuh” werd er in een volle kerkzaal gezongen. Het betekent ‘Ga gewoon met u mee, Heer. Er is volledige rust’. Dit lied, vaak gezongen bij begrafenisplechtigheden, bood ook deze avond troost aan de aanwezigen. Dominee Elias Patty benadrukte dat het een lied van hoop, verzet en vertrouwen is. “De geschiedenis leeft, maar samen kunnen we een weg vinden naar een hoopvolle toekomst,” sprak dominee Patty na een gezamenlijk gebed.

Vanaf de Molukse kerk vond een stille tocht plaats naar de nabijgelegen begraafplaats. De straten werden gehuld in een roodgloeiende gloed, veroorzaakt door de kenmerkende ‘Lenso Merah’ – een rode sjaal gedragen op zwarte kleding. In overeenstemming met de traditie begeleidde het rituele muziekinstrument, de tifa, de stoet terwijl de Molukse vlag fier wapperde in de wind. Aangekomen op de laatste rustplaats van KNIL-militairen, staken mensen een kaarsje aan bij de graven.

Molukse gemeenschap Elst loopt stille tocht voor KNIL-militairen – Foto: Joyce Dijkstra

Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, beter bekend als KNIL, was actief onder het koloniale Nederlandse gezag van 1814 tot 1950. Dit leger stond onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Koloniën. Deze Molukkers die bekend stonden om hun loyaliteit en dapperheid werden ingezet in heel Nederlands-Indië.

Na het verlies van Nederland in de oorlog, kwamen de Molukkers mee terug naar Nederland. Hen was beloofd dat de eilanden die samen de Molukken vormen, na de onafhankelijkheid een eigen land zouden worden. Helaas heeft de Nederlandse regering deze belofte nooit kunnen nakomen.

Bij aankomst in Nederland werden de Molukse militairen uit het leger ontslagen. De Molukkers werden geplaatst in (voormalige concentratie-)kampen en kregen, ondanks hun inzet voor Nederland, weinig tot geen mogelijkheid tot integratie. Bovendien toonde Nederland geen interesse in de gemeenschap en werd hun leed niet erkend. De afgelopen jaren is er op verschillende plaatsen in het land sprake geweest van eerherstel. Hoewel de Molukse gemeenschap dit eerherstel waardeert, voelt het tegelijkertijd ook als een lapmiddel voor een diepgewortelde wond.

Voor het stuk uit de gelderlander klik hier

Ook het graf van mijn vader heeft nu het eeuwige recht.

En ik als rechthebbende, kan dit recht straks overdragen aan mijn kinderen

Fafer Ngur (Willem) Wansaoeboen 29-01-1927 05-03-2005

Begraafplaats: Algemene Begraafplaats, Valburgseweg, Elst
Graf id-nummer: 172420
Begraafplaatsnr.: 396
(Plaats)aanduiding: A002

(Iedereen kan op de link op de foto de graf gegevens opzoeken)

YA-AU NUNG BENA EEN ROK is letterlijk vertaald in het keiees MIJN BROOD WAS OP

Vrij vertaald is dat “Het is goed zo, het is mijn tijd”